[flickr-photo:id=3228339470,size=s]
Wel eens op een [url=http://www.furlansnowboard.com/]Furlan[/url] gereden? Een couloir gestreept op een [url=http://www.dupraz-ch.com/]Dupraz[/url]? Een handgemaakte [url=http://www.swellpanik.com]Swell Panik[/url] in de hand gehad? Grote kans van niet. Deze boards zijn (nog?) niet te vinden in de shops in de Benelux. Vaak worden ze afgedaan als exoten die je maar een enkele dag per winter kunt gebruiken. Maar kies je voor poeder dan blijken dergelijke boards helemaal niet zo exotisch en rijd je dagelijks dergelijke boards. Ze maken je poederdag juist nog mooier, beter en lekkerder. Maar wat maakt een board tot een goed poederboard en welk board is geschikt voor jou?
Grote kans dat je bij een poederboard al snel aan een swallowtail denkt. Niet helemaal ten onrechte. Het is een oervorm die je nog steeds letterlijk op ziet duiken in de poeder. Maar poederboards zijn er steeds meer in alle soorten en maten. Van fishjes tot swallowtails en van directional boards tot pintailboards. Alles is mogelijk en de laatste paar jaar verschijnen er steeds meer hele fijne poederboardjes op de markt. De idee dat een poederboard een straffe harde bak is, wordt steeds meer losgelaten. Er wordt geexperimenteerd met vorm, lengte, flex, materialen, bodemvorm en de vorm van de neus.
[b]De neus[/b]
[flickr-photo:id=3274265594,size=s] Oppervlakte, scoop en soepelheid. In de combinatie van deze drie zaken zit het. Meer scoop zorgt er voor dat je neus niet zo snel duikt, soepelheid maakt dat je neus als gevolg van de weerstand van de sneeuw makkelijk omhoog wordt gedrukt, zodat je board al bij geringe snelheid al snel boven de sneeuwoppervlakte komt en oppervlakte maakt dat je board makkelijker blijft 'drijven'.
[b]Setback[/b]
[flickr-photo:id=3207024041,size=s] Naast scoop, flex en oppervlakte is er nog een vierde oplossing om een board sneller en makkelijker te laten drijven, namelijk door je bindingen verder naar achter te zetten. Het neus van je board wordt daarmee langer waardoor je sneller komt bovendrijven', terwijl je tail juist korter wordt en makkelijker wegzinkt. Dit naar achteren zetten, ook wel setback genoemd, is iets wat standaard is op een freerideboard. Het draagt er aan bij dat je niet continue op je achterste been hoeft te hangen en voorkomt daarmee de zeurende pijn in je achterste been. Vind je dat je te weinig float hebt, zet je bindingen dan nog wat verder naar achteren. Het heeft overigens wel als consequentie dat je tail stijver gaat aanvoelen. De afstand van je achterste voet tot je tail wordt korter, waardoor je board stijver aanvoelt.
[b]Tail[/b]
[flickr-photo:id=3274265590,size=s] Waar je neus en setback voor float zorgen, daar zorgt de vorm van je tail voor de wendbaarheid. Juist met de tail wordt de laatste jaren weer driftig geexperimenteerd. Pintails, swallowtails en fishtails. Allemaal bedoeld om je wendbaarheid en controle te verschaffen. Naast de vorm is er nog een tweede aspect wat je de laatste 3 jaar in steeds meer freerideboard ziet; taper. Taper wil zoveel zeggen dat de tail smaller is dan de neus van het board. Soms gaat het hierbij om millimeters, maar er zijn ook voorbeelden van boards die een taper hebben van 2 cm. De tail is dan kortom 2 cm smaller dan de neus. Het voordeel van taper is dat een board makkelijker weg zakt aan de achterkant en dus sneller bovenkomt aan de voorkant. Daarnaast draait het board makkelijker. De tail is smaller en daardoor wendbaarder. Ideaal voor kleine bochten en poederritten tussen de bomen kortom. Nadeel hiervan is dat een board met veel taper op een ijzige ondergrond sneller zal uitbreken. Iets wat overigens met een goede carvetechniek en de juiste drukverdeling goed op te vangen is.
Een andere manier om je board aan de achterkant makkelijker weg te laten zakken is de swallowtail. Door de enorme 'hap' uit het board zakt het board makkelijker weg. Daarnaast zorgt de enorme torsie van de tail ervoor dat je tail extreem makkelijk in kleine bochten te duwen is. Hierdoor ben je nog steeds erg wendbaar met een board van 185 cm in een dichtbegroeid bos. Voor een fishtail geldt hetzelfde. Weliswaar is de tailvorm minder extreem, maar werkt hetzelfde. Daarentegen zal het board door de tailvorm minder wegzakken in vergelijking met een swallowtail, maar dit wordt vaak opgelost door een board met een fishtail extra taper te geven, waardoor het board alsnog wegzinkt ten opzichte van de neus. Een derde tail die je steeds vaker ziet opduiken is de pintail. Het geeft een vloeiend gevoel en maakt je bochten als het ware ronder.
[b]Flex[/b]
Waar echte freestyle twintips een gelijkmatig flexpatroon hebben, kennen bijna alle freerideboards een directional flexpatroon. Lees een neus die soepeler is dan de tail. Pak je eigen board maar eens. Zet 'm op je neus en dus het board tussen je bindingen in. Doe het zelfde, maar dan met de tail. Je zult zien dat de tail veel stijver is dan de neus. Maar hoe stijf of soepel moet je board nu precies zijn? Dat hangt een beetje af van het terrein. Rijd je meestal in mellow terrein met veel poeder, dan heb je meer aan een soepel board. Het blijft simpelweg makkelijker boven. Rijd je daarentegen in steep terrein met wisselende sneeuwomstandigheden, dan ben je eerder op zoek naar een wat stijver board. Lastig wordt het als je in terrein rijdt met steeps die worden afgewisseld met vlakkere stukken. Dan wil je wel wat stijfheid, maar ook voldoende 'opdrijfvermogen'.
[b]Lengte[/b]
Goede rijders lossen dat probleem op door op dagen met veel poeder wat meer lengte te nemen. Toch de stijfheid en controle voor de sketchy passages en 'opdrijfvermogen' in de vlakkere powstukjes. Maar dit alles wil weer niet zeggen dat je altijd naar meer
lengte hoeft te grijpen. De condties bepalen wat je het beste in kunt zetten.
[b]Camber, rocker en TBT[/b]
Om het complexer te maken zijn er de laatste paar jaren interessante technische ontwikkelingen opgepopt. Jaren hebben we op boards gestaan met een zekere mate van voorspanning. Ook wel camber genoemd. Leg je board maar eens op de grond. Grote kans dat je board in het midden enkele millimeters los komt van de grond. Het gevolg van de voorspanning. Het board is niet vlak, maar kent een zekere voorspanning. Ten alle tijde zal het board proberen terug te komen in deze beginstand. Het maakt het board daarmee levendig en dynamisch. De afgelopen jaren is de vraag opgepopt waarom we die voorspanning nodig zouden hebben in de pow en werd er een tegenhanger gebouwd. Een board zonder voorspanning. Het begrip rocker (een term uit de surfwereld) deed zijn
intrede. Inmiddels gaan de ontwikkelingen rondom rocker zo hard dat je overal boards met rocker ziet oppoppen. Een andere interessante ontwikkeling is de zogenaamde Triple Base Techniek van Bataleon. Ook dit zullen we in het rocker artikel uitgebreid behandelen, maar [url=http://www.k2snowboarding.com/technology/rocker]HIER[/url] lees je alvast meer.
De komende weken gaan we iedere donderdag dieper in op de specifieke poederboards die er op de markt zijn, zodat je een beter beeld hebt wat er te koop is, wat er het beste bij je past bij welke omstandigheden. Een ding geven we je alvast mee. Begin maar alvast te sparen. Allereerst voor een boardbag en ten tweede voor de quiver aan freerideboards die je gaat aanleggen. Mocht je dit en volgend seizoen de poeder in willen en eens iets anders proberen houd dan de komende weken goed wePowder in de gaten!