Safety: van sneeuwvlok tot lawinebericht

Safety: van sneeuwvlok tot lawinebericht

Een onmisbaar stuk informatie voor het lekker en veilig off-piste rijden is het lawinebericht. Niet alleen beschrijft het hoe de situatie van het sneeuwdek is en welke hellingen nog ‘pulvrig’ zijn, ook worden weersontwikkellingen voor de komende dagen beschreven.

SLF

Elke dag van vroeg tot laat zit een handvol experts bij de Zwitserse nationale lawinedienst SLFvoor jou uit te zoeken waar je veilig dikke poeder kan rijden. Voor veel mensen is de lawinedienst een ‘black box’ waaruit elke dag een bericht komt gerold, vandaar hier een kort overzicht van het maken van een ‘lawine verwachting’. Een en ander is ook terug te vinden op de site van het SLF zelf.

In dit artikel wordt specifiek de situatie in Zwitserland beschreven, in andere landen zal de situatie grofweg vergelijkbaar zijn. Zoals misschien al bekend is bij je hangt het lawinegevaar af van terrein, weer en het sneeuwdek. De lawinedienst maakt gebruik van de volgende informatiebronnen:

1.Waarnemers

Waarnemers verspreid over Zwitserland maken rondes door hun ‘achtertuin’ en deze informatie wordt elke 's ochtends vroeg en 's middags/'s avonds doorgegeven aan de lawinedienst in Davos. Lawine activiteit wordt gemeld en gedetailleerd beschreven (hellingshoek, expositie grootte etc). Verder worden sneeuwdek karakteristieken (sneeuwhoogte, hoeveelheid nieuwe sneeuw, oppervlakte rijp etc) en de weersomstandigheden (bewolking, temperatuur, vochtigheid wind) gemeten.

2. Sneeuwprofielen

Elke veertien dagen worden ongeveer 90 profielen gegraven op vaste plekken, vlakke stukken (50) zowel als hellingen (40).

3. Automatische stations

Deze stations bestaan uit een ‘windstation’ dat meestal op een graat op in de buurt van een bergtop staat om een ongestoord windveld te kunnen meten. Het sneeuwstation staat in de buurt op een wat vlakker stuk en meet een representatief sneeuwveld. Sneeuwhoogte, temperaturen in en op het sneeuwdek, wind en zonnestraling worden halfuurlijks opgeslagen en doorgestuurd naar Davos. De stations bevinden zich op hoogtes van 2000 tot 3500 m.

4. Weer

Weer is een belangrijke factor als het gaat om lawinegevaar. Naast de waarnemingen worden verschillende weermodellen van zowel de Duitse als Zwitserse weerdienst gebruikt om tot betrouwbare verwachtingen te komen.

**5. ‘Ruckmeldungen’**edereen die onderweg is in de bergen kan melding doen van lawines die gezien worden. Deze informatie is erg waardevol voor de lawine dienst omdat hiermee de ‘gaten’ in het meetnet gevuld kunnen worden. Naast al bovenstaande informatie bronnen gaat de lawinedienst er ook zelf op uit. Elke dag worden er in interessante gebieden profielen gegraven en geanalyseerd. De uiteindelijk uitgegeven gevarenstufe wordt bepaald door:

  • Stabiliteit van het sneeuwdek en de kans dat een lawine getriggerd kan worden.

  • Grootte, type en aantal lawines.

  • Verspreiding van het aantal lawine gevaarlijke plekken.

Het Zwitserse nationale lawinebulletin wordt 's middags om 17:00 uitgegeven voor de volgende dag. Bijzondere ontwikkelingen die 's nachts plaatsvinden kunnen worden meegenomen in het regionale bulletin dat 08:00 uitgegeven wordt. Bovenstaand verhaal is schematisch ook terug te vinden op de site van de SLF.

Actuele weer en sneeuwdek situatie

Erg belangrijk bij het maken van het lawinebericht is het goed inzicht krijgen in de actuele weer en sneeuwdek situatie. De lawinedienst kan echter niet overal tegelijk zijn en is beperkt tot het maken van profielen op enkele plekken. Daarbij zijn de metingen van de waarnemers niet altijd representatief voor typische hoogten waar zich de meeste lawine activiteit plaatsvindt (2000-3000m). De automatische weerstations doen het wat dat betreft beter maar deze kunnen geen informatie geven over dingen als oppervlakte rijp, zetting en interne structuur van het sneeuwdek. Mede daarom heeft het SLF een model, het zogenaamde SNOWPACK ontwikkeld dat de structuur van het sneeuwdek berekend aan de hand van de input van de automatische stations. Kort gezegd gaat dit als volgt. Bij een sneeuwval meet het station een toename in sneeuwhoogte. Tijdens deze toename zijn ook temperatuur, luchtvochtigheid en wind gemeten. Met deze gegevens ‘maakt’ het model nieuwe sneeuw. Gedurende de periode na een sneeuwval worden ook de wind, zonnestraling en temperaturen in het sneeuwdek gemeten. Hiermee kan het model berekenen hoe snel de sneeuw zich zet en hoeveel er bijvoorbeeld smelt of wegwaait. Het gaat zelfs zo ver dat het model berekend wat voor sneeuwkristallen zich in het sneeuwdek bevinden en hoe deze zich ontwikkelen. Hiermee kan bepaald worden of er zwakke lagen ontstaan in of op het sneeuwdek.

Gemodelleerd sneeuwdek

Dit is natuurlijk erg waardevol voor de lawinedienst, ze krijgt hiermee een goede indruk van het sneeuwdek op plekken waar geen profiel gegraven is. Een voorbeeld van een gemodelleerd sneeuwdek is te zien in de figuur. Het is het sneeuwdek op het Weissfluhjoch in Davos, seizoen 05/06. Duidelijk is te zien hoe verse pow (groen) afbouwt naar rond (roze), opbouwt naar facet vormen lila/blauw en uiteindelijk smelt (rood). Zwakke lagen die ontstaan in het sneeuwdek (blauw) of insneeuwen (paars) heeft het model goed te pakken. De diepte van de zwakke lagen bepaald o.a. of deze ‘geraakt’ kan worden en in het voorjaar bepaald de natheid van het sneeuwdek de mogelijkheid voor het ontstaan van natte sneeuwlawines. Een correcte modellering van het sneeuwdek staat of valt met de juiste begincondities. Tijdens een sneeuwval moet met het model duidelijk gemaakt worden wat voor sneeuw er valt.

Kristalvormen

Een kijkje op snowcrystals leert dat er talloze kristalvormen zijn en dat nog steeds veel processen niet begrepen worden. Wel duidelijk is dat vochtigheid en temperatuur de bepalende factoren bij vorming van ijskristallen. Deze worden allebei gemeten door de weerstations en grofweg kan nu bepaald worden wat voor soort kristallen er vallen. Kristalvormen zijn uit te drukken in termen als ‘vertaktheid’ en ‘rondheid’ en hiermee kan het model verder rekenen. Daarnaast kan ook de massa van de verse sneeuw bepaald worden uit de metingen van de automatische stations. Nu de begincondities bekend zijn kan het model de verschillende processen berekenen die in het sneeuwdek plaatsvinden zoals zetting en omvorming van de kristallen.

Zetting en inklinking

Zetting of inklinking van het sneeuwdek is belangrijk bij de bepaling van de diepte van zwakke lagen. Het is moeilijk om een bepaalde laag te volgen gedurende de winter en hiervoor heeft het SLF een handige methode ontwikkeld. Lichte balsa houten frames met daarin wolfraam draad worden op het sneeuwdek geplaatst en sneeuwen in, doordat de frames erg licht zijn storen ze het sneeuwdek niet en door de weerstand over de wolfraam draad te meten kan de hoogte en temperatuur van de betreffende laag gemeten worden. Hierdoor wordt het mogelijk de laag te volgende gedurende het seizoen. Een voorbeeld is te zien in de figuur links. (klik er op voor een vergroting). De blauwe lijn geeft de sneeuwhoogte aan en de verschillende kleuren representeren de verschillende frames. Je ziet duidelijk dat het sneeuwdek zich snel zet de eerste dagen na de sneeuwval en geleidelijk aan uitvlakt. Verder komt mooi de infiltratie van smeltwater naar voren. Er is veel meer in het sneeuwdek gaande dan je zou verwachten als je lekker je spoortjes aan het zetten bent. Kleine kunstwerken van ijs vergaan, maken verbindingen met elkaar, verliezen ze weer, groeien uit tot nieuwe vormen, of juist niet. Het is een continu proces waarvan een groot deel nog niet is begrepen door de wetenschap. Tip: Neem eens een loepje mee en bekijk een paar kristallen tijdens een goeie dump, dat maakt je spray nog mooier :-). [

Dit is een bewerkte versie van het artikel dat op 25-2-2009 gepubliceerd is door Costijn Zwart. Costijn is windsurfer en boarder, staat nu een jaar of 16 op z’n board en het wordt alleen maar leuker. Is op een gegeven moment met vrienden cursussen gaan doen bij de NKBV/NSAC om overal zelfstandig op en af te kunnen knallen. Costijn heeft tijdens zijn studie onderzoek gedaan bij het SLF

Arjen
was born with maps of ski areas in the cradle and has visited almost all of them. His great passion is freeriding.
Reageren
Mis helemaal niets meer!

Ontvang het laatste nieuws, PowderAlerts en meer!