Met grote lijnen die we in Mürren hebben gereden nog vers in het geheugen willen we meer. Meer hoogtemeters, meer poeder, meer faceshots. Als verslaafden op weg naar een volgende fix koersen we af op een van de freeride klassiekers van de Alpen: Engelberg.
Als je als freerider nog nooit van Engelberg gehoord hebt dan ski je stiekem toch meer op de piste. Engelberg is al jaren een bestemming die freeriders van over de hele wereld aantrekt. Veel Scandinaviërs zijn er kind aan huis in de Ski Lodge, het is de uitvalsbasis van professionele fotografen en pro's en lang voordat freeride zo genoemd werd stond het dorp al in de bladen als een van de locaties in de Alpen waar je geweldig poeder kunt skiën.
De reden hiervoor is simpel. Er valt in Engelberg bij een nordstau gruwelijk veel sneeuw, de bergen zijn hoog, het terrein uitdagend en er heerst een goede vibe. Dat laatste kan ook meteen het nadeel van Engelberg zijn. Er zijn veel freeriders, dus de poederstress kan hoog zijn. Maar goed, het is inmiddels midden maart en de meeste Scandinaviërs zijn alweer terug naar huis. Zonde, want ze missen een van de beste dagen van het seizoen. De zon schijnt (met slecht zicht is Engelberg geen aanrader, want je kunt hier nauwelijks tussen de bomen skiën) en de sneeuw is vers. We hoeven ons niet druk te maken om de vele Aziatische toeristen. Die zijn veel meer gezellige vulling in de gondels en komen alleen maar genieten van het uitzicht.
Onlangs is er in Engelberg een nieuwe gondel gebouwd, waardoor je veel sneller op Trübsee en Stand bent. Ook de bekende draaiende gondel naar de Klein Titlis (3028 meter) is vernieuwd. Bij aankomst op Trübsee steken we meteen door naar de Jochstock. Wat een sneeuw! Het is maart, maar de sneeuw is droog en koud en de condities hebben eerder wat weg van een koude dag in januari. De Kleine Sulz is een fantastische afdaling met ontelbaar veel varianten. Na de eerste paar bochten weten we weer waarom Engelberg zo'n topbestemming is.
Volgende afdaling is de Steinberg, een afdaling over de gletsjer van de Klein Titlis. Onze gids loodst ons langs de gletsjerspleten en we rijden zo'n 1200 hoogtemeters naar beneden, terug richting Trübsee. Op grote hoogte voelen we de wind aantrekken en dit verandert de condities van de sneeuw behoorlijk. We besluiten dat we niet meer naar de top gaan, maar dat we nog wel de bekendste afdaling van Engelberg nog moeten afvinken: de Laub.
De Laub is misschien wel een van de meest beschreven en gelauwerde (en daardoor ook een van de meest populaire) off-piste afdalingen van Zwitserland. De Laub start op een hoogte van 2450 meter, is heel breed, heel lang (je pakt hier zo'n 800 hoogtemeters), maar het belangrijkste: hij heeft een perfecte hellingshoek. In een verleden heb ik al eens first tracks op de Laub mogen zetten. Dat zit er vandaag niet in, het is het einde van de dag en de helling is grotendeels verspoord. Het mag de pret niet drukken. De wand is zo breed dat we onze creativiteit de vrije loop kunnen laten en nog een paar mooie handtekeningen op deze geweldige run achter kunnen laten.
Met een gevoel van totale voldaanheid glijden we terug naar het dalstation. Engelberg heeft z'n naam weer waargemaakt. Het was weer diep en de sfeer was weer geweldig. Na een biertje bij de Ski Lodge zit onze roadtrip erop. Vier dagen, drie gebieden en heel veel poederbochten. Vanuit dit deel van Zwitserland zetten we de cruise control vast en rollen we terug naar Nederland. Op naar de volgende roadtrip!
Lees hier deel 1 van onze roadtrip door Zwitserland: Gstaad en hier deel 2 in Mürren. Meer informatie over Zwitserland vind je hier.