Hoogseizoen: tips om toch poeder te scoren

Het is hoogseizoen in de Alpen en dat blijft in ieder geval zo tot en met begin maart. In de grote Europese wintersportlanden gaan op veel plaatsen de scholen voor één of zelfs twee weken op slot en dat betekent hoogspanning in heel veel skigebieden. Met name de carnavalsweek wordt het gillend druk richting en in de Alpen. Niet ideaal om even achter een mooie storm aan te jagen. Best wel zonde, want in de gehele Alpen ligt een mooi pak sneeuw.

Topdrukte in de Alpen

Het is de komende weekend gillend druk in grote delen van de Alpen. Onderstaande grafiek laat mooi zien hoeveel mensen uit welke landen de komende weken richting de Alpen trekken. Met name de piek in de Carnavalsweek is een echte uitschieter.

Ruim 5 miljoen wintersporters worden er dan in de Alpen verwacht en dat zet druk op de voorzieningen. Maar ook de week ervoor en de week erna zijn druk. In bovenstaande grafiek zijn niet alle wintersportlanden meegenomen, maar wel die landen die op dit moment de meeste wintersporters kennen. Zo wonen er alleen in Duitsland al bijna 15 miljoen wintersporters en in Frankrijk 9 miljoen. De achterliggende cijfers kun je ook zelf raadplegen. Laurant Vanat doet al jaren onderzoek naar de wintersport en publiceert daarover jaarlijks een rapport. Voor dit artikel hebben we het rapport van 2017 gebruikt.

Topdrukte verspreidt zich niet overal hetzelfde

Hoewel het druk is en heel Europa vakantie heeft zijn er verschillen per week waar te nemen. Niet iedereen heeft namelijk op hetzelfde moment vakantie en niet iedereen gaat naar hetzelfde gebied. Zo gaan Fransen graag naar de skigebieden in Frankrijk, Nederlanders en Duitsers graag naar Oostenrijk, Italianen graag naar hun eigen land en kiezen Engelsen massaal voor de grote en bekende gebieden in Frankrijk, Zwitserland en Italië. Daarnaast is het ook nog eens zo dat je verschillen in het land zelf ziet. Zo gaat Noord Fransen liever naar de Franse Noordalpen, rijden mensen uit Marseille en Nice liever richting de Franse Zuidalpen, terwijl inwoners uit Bordeaux en Toulouse veelal richting de Pyreneeën gaan. En in België gaan Walen graag naar Frankrijk en zie je Vlamingen regelmatig in Zwitserland. Regionale vakantiespreiding heeft dus ook nog een effect op de spreiding van de drukte.

Voor een goed beeld van de regionale vakantie is onderstaande tabel nuttig (zie deze link voor alle data), waarbij opgemerkt dient te worden dat de Italiaanse schoolvakanties er niet in te vinden zijn. Deze worden regionaal bepaald en zijn daardoor lastig te achterhalen.

Tips om toch poeder te scoren tijdens het hoogseizoen

Stormen laten zich niet leiden en al zeker niet door schoolvakanties. Stormen komen en gaan en dus kan het gebeuren dat de komende vier weken misschien wel het allermooiste poederalert van het seizoen passeert. Indien je dan niet al met familie en vrienden (op de verkeerde plek) in de Alpen zit wil je dat alert wellicht meepikken wat tips om tijdens topdrukte alsnog te scoren.

1. Vermijd de grote (freeride) gebieden
Juist in het hoogseizoen lijkt het wel nog drukker dan normaal in de grote gebieden. Dat zet niet alleen druk op de lokale voorzieningen, het zorgt ook voor veel meer drukte net buiten de pistes. Niet gehinderd door enige vorm van kennis en aangemoedigd door de mooie foto’s uit de vakantiefolders en de website van het skigebied of touroperator duiken ze massaal de pistes af op zoek naar het witte goud. Veel leken worden door poederstress overmand en knallen overal van af. Dat geldt voor alle grote gebieden die een naam hebben hoog te houden. Enkel met de juiste lokale kennis en/of onder begeleiding van een lokale berg- en skigids vind je hier nog onverspoorde poeder. Voorbeelden van freeridegebieden waar het tegenwoordig flink druk kan worden zijn: Espace Killy, Paradiski, Val Thorens, Chamonix, Verbier, Courmayeur, St. Anton am Arlberg, Ischgl

2. Kies voor kleinere familieskigebiedjes
Hoewel de familieskigebieden tijdens het hoogseizoen ook volstromen wil dat niet zeggen dat de poeder daar snel verspoord raakt. Zeker kleinere skigebieden met veel (dichte) bossen herbergen veel potentieel. In dergelijke gebieden leeft men volgens een bepaald ritme. Tussen 9 en 10 uur starten de skilessen (druk bij de liften) waarna de boel zich verspreidt, eet men tussen 12 en 14 uur (druk in de restaurants) en staat men rond 14 uur weer bij de liften. Daarnaast vinden heel veel families slecht weer en sneeuwval maar niets waardoor het op een sneeuwdag vaak rustig is. In dit soort gebieden is tijdens en na een dump genoeg te halen. Vaak nog dagen na de laatste sneeuwval. Nog een extra tip: vaak is het in de skigebieden zelf druk om te overnachten, maar in de dorpen en steden wat verderop staan de zakenhotels vaak leeg zodat er genoeg te kiezen valt.

3. Zwitserland is duur
Zwitserland heeft zich de laatste jaren vakkundig uit de markt geprezen. Eerst was er de enorme inflatie waardoor de prijs van een Espresso is gestegen naar een goede 5 Zwitserse Franken waarna ze de koers loslieten en de Euro nog minder Zwitserse Franken opleverde. Zwitserland is daardoor duur geworden voor de rest van Europa en Zwitsers hebben ingezien hoeveel ze kunnen kopen voor hun Zwitserse Franken in de omringende landen. De druk is er in heel veel gebieden daarom wel af. Natuurlijk is het nog steeds druk in de grote gebieden en kun je in het weekend over de hoofden lopen in de freeridegebieden van de powder jetset, maar daarvoor zijn er heel veel gebieden waar het op een doordeweekse dag tijdens het hoogseizoen gewoon rustig is.

4. Italië is rustig als de Italianen geen vakantie hebben
In Süd Tirol komen graag Duitsers en Engelsen gaan graag naar Via Lattea, Courmayeur, Cervinia en Monte Rosa. Livigno heeft zich internationaal op de kaart gezet. Verder zijn er wat Belgen die graag richting in Sulda komen en zien we steeds meer Oost Europeanen in de Oostelijke Dolomieten. Desondanks is Italië vooral een land voor wintersportende Italianen. Vaak zeer vriendelijke locals die in het weekend worden aangevuld met wat poederstressende grootstedelijken. Italië is een lang met veel particulier bezit in de skigebieden waarvan een groot deel van de bedden alleen in gebruik is tijdens de weekenden, de schoolvakantie en als koel alternatief om in de zomer de vochtige warmte van de Po-vlakte te ontvluchten. De skigebieden die zich vooral op Italianen richten zijn dan vaak ook heel erg rustig als de regionale scholen open zijn.

5. Geen verse sneeuw? Ga touren
In grote delen van de Alpen is het sneeuwdek redelijk stabiel. Zeker voor de tijd van het jaar. Daarnaast is het sneeuwdek ook nog eens erg dik. Ideaal weer om al te gaan touren. Wil je onverspoorde poeder en rust dan kun je met behulp van tourski’s, een splitboard of sneeuwschoenen nog heel veel onverspoorde poeder vinden. Doe dit altijd met vrienden, bestudeer het lokale lawinebricht en pas je plannen daar op aan.

6. Vanaf maart minder druk?
Vanaf maart is het niet perse minder druk. Ook in maart zitten de grote gebieden nog steeds vol. De 80-20 regel gaat ook op in de wintersport. Ofwel 80% van de mensen gaat naar 20% van de gebieden. In maart zie je ook weer de nodige bussen vol met studenten, bedrijfsfeestjes, vriendenteams etc. richting de Alpen koersen. Vooral de prijspakkers zijn daarbij in trek. En ook dan geldt dat je veel leken niet gehinderd door enige vorm van kennis en aangemoedigd door de mooie foto’s uit de vakantiefolders en de website van het skigebied of touroperator duiken ze massaal de pistes af op zoek naar het witte goud. Druk bezochte bestemmingen zijn dan de feestdorpen en de budgetbestemmingen. Wil je meer poeder ontloop dan in maart de freeride usual suspect waar de powder jetset komt, de grote knallers, de feestdorpen en de budgetbestemmingen.

Jij nog tips?
Mocht jij nog tips hebben? We horen ze graag. Wil je onbegrensd avontuur? Ga dan op een roadtrip. Niets beters dan iedere dag op zoek te gaan naar diepe poeder in steeds weer wisselende gebieden.

Bronnen: wintersporters, Laurent Vanat en Club Val Thorens