Als voor jou een winter niet lang genoeg kan duren dan is een winter in het zuidelijk halfrond een optie. Overzomeren op het zuidelijk halfrond en dagelijks in de sneeuw staan. Vanaf juni komt de winter in de regel op toeren om in oktober te eindigen. Opties zijn Nieuw Zeeland, Australië, Chili en Argentinië. Onderstaand ga ik dieper in op Nieuw Zeeland.
Een winter in Nieuw Zeeland is een genot voor de ogen. De intense kleuren, de ongerepte natuur en de magnifieke bergen. Achter iedere bocht schuilt een nieuw panorama. Het is niet voor niets dat steeds meer films hier worden geschoten. In de winter worden de beelden zelfs nog intenser. De strakke sneeuwgrens op de bergen, de heldere luchten na een koude nacht en de kleuren van de overgang van herfst naar winter en later in het seizoen van winter naar lente maken het een genot voor de ogen. Het skiseizoen start in de regel in de eerste of tweede week van juni en loopt dan door tot en met oktober. 1 september start de meteorologische lente in Nieuw Zeeland en worden de dagen er langer.
Wie voor de sneeuw naar Nieuw Zeeland gaat krijgt al snel de vraag toegeworpen 'Ga je naar het noorder- of zuidereiland?'. Een onmogelijke keuze wat mij betreft. Beter bezoek je ze allebei. Maar voordat ik inga op de eilanden allereerst iets over piste en off-piste in Nieuw Zeeland.
In Nieuw Zeeland werken de skigebieden met een zogenaamde ‘boundary’. Een ski-area boundary is de grens van een skigebied (om een gebied heen getrokken). Blijf je binnen deze boundary, waar ook de pistes liggen, dan mag je aannemen dat de pistedienst alles gecontroleerd heeft op lawines. Hierdoor kun je binnen een boundary afdalen zonder dat je rekening hoeft te houden met lawines. Cliffs zijn er nog steeds, maar veelal met borden gemarkeerd. Oh, niet te vergeten, een no go area = no go area! Meer weten? Lees even deze paragraaf van de Safety Academy (gratis beschikbaar). Goed, nu je dit weet ga ik dieper in op de eilanden.
Op het Noordereiland ski je op de flanken van vulkanen. Je vindt er 4 skigebieden, waaronder de allergrootste skigebieden van Nieuw Zeeland. Het seizoen start meestal het eerste in Whakapapa en Turoa. Ergens begin juni openen de liften, maar meestel wel met behulp van kunstsneeuw. Pas vanaf midden juli is het sneeuwdek er in de regel dik genoeg om buiten de pistes te gaan. Tenminste, als het weer het toe laat. Het weer op het Noordereiland is minder consistent dan op het Zuidereiland waar natuurlijke sneeuw hartje winter zo'n beetje een garantie is. Daarnaast waait er rond de vulkanen vaak een stevige wind. Toch is het noorden een bezoek waard. Wat redenen om het noorden te bezoeken:
In het noorden vind je de volgende skigebieden:
Heb je maar weinig tijd en wil je het maximale uit je trip halen dan kies je beter direct voor het Zuidereiland. Hier liggen maar liefst 20 skigebeden, vaak betere sneeuwcondities en de leukste ski towns (Queenstown, Wanaka en Methven) vanwaar uit je kiest voor één van de vele skigebieden. Wat redenen om het zuiden te bezoeken:
In het zuiden vind je de volgende skigebieden:
Als je gaat wintersporten is vervoer vaak een van de vervuilendste factoren. Dat geldt hier helemaal, want vliegen zorgt wereldwijd voor een rap stijgende CO2 uitstoot. Nieuw Zeeland is ver. Heel ver. Vanuit Europa is vliegen de enkele optie wil je niet maanden op zee zitten. Minimaal 18000 kilometer heen en 18000 kilometer terug. Ga je met z'n 2-en dan zorgt het vliegen voor bijna 16 ton aan CO2 uitstoot. Dat is net zo veel als 45 tot 60 keer met zijn 2-tjes in een benzine auto van Nederland naar de Alpen rijden en weer terug.