1cm | 5cm | 10cm | 15cm | 20cm | 30cm | 40cm | 50cm | 75cm | 100cm+ |
1cm | 5cm | 10cm | 15cm | 20cm | 30cm | 40cm | 50cm | 75cm | 100cm+ |
1cm | 5cm | 10cm | 15cm | 20cm | 30cm | 40cm | 50cm | 75cm | 100cm+ |
1mm | 10mm | 30mm | 60mm | 90mm | 120mm |
Licht bewolkt | Bewolkt | Zware bewolking |
1 Bft | 2 Bft | 3 Bft | 4 Bft | 5 Bft | 6 Bft | 7 Bft | 8 Bft | 9 Bft | 10 Bft | 11 Bft | > 12 Bft |
-20°C | -19°C | -18°C | -17°C | -16°C | -15°C | -14°C | -13°C | -12°C | -11°C | -10°C | -9°C | -8°C | -7°C | -6°C | -5°C | -4°C | -3°C | -2°C | -1°C | 0°C | 1°C | 2°C | 3°C | 4°C | 5°C | 6°C | 7°C | 8°C | 9°C | 10°C | 11°C | 12°C | 13°C | 14°C | 15°C | 16°C | 17°C | 18°C | 19°C | 20°C |
-20°C | -19°C | -18°C | -17°C | -16°C | -15°C | -14°C | -13°C | -12°C | -11°C | -10°C | -9°C | -8°C | -7°C | -6°C | -5°C | -4°C | -3°C | -2°C | -1°C | 0°C | 1°C | 2°C | 3°C | 4°C | 5°C | 6°C | 7°C | 8°C | 9°C | 10°C | 11°C | 12°C | 13°C | 14°C | 15°C | 16°C | 17°C | 18°C | 19°C | 20°C |
30° - 34° | 35° - 39° | 40° - 44° | 45° > |
1000m - 2000m | 2000m - 3000m | 3000m > |
W | NW | N | NO | O | ZO | Z | ZW |
Dorpen bij dit skigebied | Top | Mid-mountainMidden | Dal | |||
---|---|---|---|---|---|---|
Bédoin Mont Ventoux Sud | - | 1633m | - | 1523m | - | 1413m |
Hoogte
Gebergte hoogtezonesDes te hoger je komt in de bergen des te complexer het terrein en het sneeuwdek. Het is niet voor niets dat daardoor de kansen op lawines en de alpiene gevaren toenemen naarmate je hoger op de berg komt. Daarnaast heeft het hooggebergte significant meer sneeuw nodig om de rotsen en je veiliger kunt gaan freeriden. Om die reden hebben we onze kaarten voorzien van 4 hoogtezones, zodat je snel een beeld hebt van het type terrein waar je mee te maken hebt. LaaggebergteDit is het deel van de berg onder de 1000 meter. Je vindt hier voornamelijk loofbomen en alpenweides als begroeing en het terrein is overduidelijk ontwikkeld door mensen. Vanwege de lage ligging duurt de winter hier het kortst. Voor ons freeriders is de kans op goede sneeuw hier vaak op zijn best tussen eind januari en eind februari. Op dit deel van de berg vind je voornamelijk simpel terrein. MiddelgebergteDit is het deel van de berg tussen 1000 and 2000 meter. Het aandeel loofbomen neemt hier rap af en je vindt hier voornamelijk allerhande dennebomen en de door ons zo geliefde lariksen (de enige denneboom die in de winter zijn naalden verliest). Deze mix van naaldbomen in combinatie met wat struiken zorgt op dagen met slecht zicht en tijdens sneeuwstormen voor voldoende perspectief om nog steeds lekker te kunnen freeriden. Naast dennebossen vind je er ook nog heel veel alpenweides. Hierdoor hoeft er maar een beetje sneeuw te vallen om op de alpenweides al vroeg in het seizoen een aardige basis te vinden om te kunnen freeriden. De rol van de mens wordt hier al kleiner en beperkt zich voornamelijk tot landbouw en outdoortoerisme. Vroege winterstormen kunnen al in november en december voor prima condities zorgen op de alpenweides, maar in de regel is dit deel van de berg op zijn best tussen begin januari en midden maart, waarbij de mooiste treeruns veelal vanaf eind januari/begin januari in shape zijn. In het middelgebergte vind je voornamelijk simpel en uitdagend terrein. HooggebergteDit is de zone tussen 2000 and 3000 meters en ligt in het algemeen boven de boomgrens. Aan de zuidkant van de Alpen kunnen de dennebossen wat hoger reiken (soms wel tot 2400 meter), maar in de alpenhoofdkam en ten noorden ervan vind je bovem de 2000 meter vaak enkel nog wat plukjes bomen of verdwaalde struiken. Het terrein is vaak kaal, bezaaid met stenen en de spaarzame alpenweides hebben het met name op de noordhellingen moeilijk. In de Alpenhoofdkam kun je tussen de 2500 en 3000 meter uitlopers van grote glestjers vinden of lokaal wat kleine ijsvelden, hoewel deze steeds spaarzamer worden vanwege de opwarming het laatste decenium. Het hooggebergte wordt vaak in het begin en hartje winter geplaagd door de grote stormen, het heeft vanwege de ondergrond veel meer sneeuw nodig en kent een veel grotere lawine activiteit dan het laag- en middengebergte. Menselijke activiteiten beperken zich hier tot outdoortoerisme en de infrastructuur die je er aantreft ligt er vooral om het toerisem te ondersteunen. Vanwege de hoge ligging valt hier de meeste sneeuw (meestal in het voor- en naseizoen) en is de wind vaak een spelbreker. Omdat het er ook gemiddeld veel kouder is blijven zwakke lagen in het sneeuwdek lange tijd een probleem. Het winterseizoen begint hier vroeg met de eerste sneeuwval vaak al in oktober en de eerste draaiende liften vanaf medio november/december. Hoewel sneeuwzeker is dit deel van de berg meestal pas tussen midden februari en eind april op zijn best. Het sneeuwdek wordt dan steeds dikker, de winterstormen minder frequent en de freerideroutes liggen er dan goed bij. In deze zone vind je voornamelijk een mix van uitdagend en complex terrein. High alpineDit is het deel van de berg boven de 3000 meter. Het is het meest kale, onherbergzame en aan de elementen blootgestelde deel van de Alpen. Hier vind je vele (beroemde) gletsjers en bergtoppen die hartje winter met de meest geweldadige winterstormen worden geconfronteerd. Menselijke activiteiten zijn schaars en beperken zich tot (ski)alpinisme en wintersport. De infrastructuur is beperkt en redding daardoor ver weg. Op dit deel van de berg kan het het gehele jaar sneeuwen. Het is er koud, de wind vaak sterk en hartje winter heeft het sneeuwdek het vanwege de immer aanwezige wind lastig. Vroeg in het seizoen kan er al op de gletsjerpistes poeder worden gereden, maar voor uitstapjes naast de pistes is het dan nog veel te vroeg. De glestjers zitten vaak vol met gletsjerspleten en daar waar geen ijs ligt is de ondergrond zo rotsig dat er mininaal een sneeuwdek van een meter moet liggen om goed te kunnen freeriden. Hoewel zeer sneeuwzeker is dit deel van de berg meestal pas vanaf begin maart tot aan juni p zijn best. Het sneeuwdek wordt dan steeds dikker, de winterstormen zijn minder frequent en de freerideroutes liggen er dan goed bij. Op dit deel van de berg vind je (de vlakke gletsjerpistes daargelaten) voornamelijk complex terrein. Onze kaart met daarop de gebergte hoogtezones biedt niet alleen een handige indeling zodat je weet waar je welk type terrein vindt, het is ook de tool in combinatie met het lawinebericht om de veilige(re) delen op de berg in beeld te krijgen voordat je de berg op gaat. Wil je hier meer over leren? Doen! Onze hoogtezonekaarten zijn berekend met behulp van zeer fijnmazige digitale terrein modellen. Ze zijn daardoor slechts een representatie van de werkelijkheid. Hoe goed de resoluties vaak zijn, er kunnen toch fouten insluipen. Om die reden wijzen wij dan ook iedere vorm van aansprakelijkheid bij voorbaat af. Onze kaarten zijn een hulp in het leven van een freerider. Het mooie van freeriden is de vrijheid, maar dat betekent ook dat jij je verantwoordelijkheid moet nemen en beslissingen in het terrein zorgvuldig zult moeten afwegen. |
|
---|---|
1000m < laaggebergte | 0% |
1000m - 2000m middelgebergte | 100% |
2000m - 3000m hooggebergte | 0% |
3000m > hoog alpine zones | 0% |
Hellingshoek
HellingshoekNiets zo lekker als een steile helling met een mooi laagje verse poeder. Maar (te) steile hellingen kunnen ook gevaarlijk zijn. De hellingshoek blijkt een van de doorslaggevende elementen te zijn dat bepaald of een lawine kan ontstaan. Met onze hellingshoekkaarten zie je direct welke delen van het skigebied zowiezo steiler zijn dan 30 graden. Steiler dan 30 gradenBij alle wintersport gerelateerde lawines ontstaan op hellingen die steiler zijn dan 30 graden. Ofwel, vanaf 30 graden of steiler wordt het opletten geblazen. Om je een beter beeld te geven van hellingen die steiler zijn dan 30 graden in jouw skigebied hebben we de hellingshoekkaarten ontwikkeld. Daarbij hebben we 4 stappen ingebouwd die in lijn zijn met gangbare risicomanagementmethodes:
Goed om te weten is het feit dat de meerderheid van de lawine ongelukken plaatsvindt op hellingen tussen de 35 en 45 graden steil. Precies die hellingen die zo lekker zijn na een pakje verse sneeuw. Als je veiliger onderweg wilt zijn, stem dan de steilheid van je hellingen af op het actuele lawinebericht en de gangbare risicomanagementmethodes. Wil je hier meer over leren? Doen! Onze hellingshoekkaarten zijn berekend met behulp van zeer fijnmazige digitale terrein modellen. Ze zijn daardoor slechts een representatie van de werkelijkheid. Hoe goed de resoluties vaak zijn, er kunnen toch fouten insluipen. Om die reden wijzen wij dan ook iedere vorm van aansprakelijkheid bij voorbaat af. Onze kaarten zijn een hulp in het leven van een freerider. Niet meer dan dat. Het mooie van freeriden is de vrijheid, maar dat betekent ook dat jij je verantwoordelijkheid moet nemen en beslissingen in het terrein zorgvuldig zult moeten afwegen. |
|
---|---|
30° - 34° steil | 1% |
35° - 39° zeer steil | 0% |
40° - 44° extreem steil | 0% |
45° > bizar steil | 0% |
Expositie
ExpositieOp de expositiekaart zie je de verschillende exposties van een helling aangegeven met specifieke kleuren. NoordhellingenNoordhellingen zijn die hellingen waarvan de helling afdaalt in de richting van het noorden. Ofwel, staande op een piek met de zon op het middaguur op je rug liggen de noordhellingen direct aan je voeten en lager. ZuidhellingenZuidhellingen zijn gericht op het zuiden en vangen daardoor regelmatig zon op. Zelfs hartje winter. Gevolg is dat de sneeuw zich vanwege de warmere temperaturen makkelijker zet en een goede binding aangaat met oudere lagen in het sneeuwdek. In de Alpen komt de zon in de ochtend op in het oosten, staat rond het middaguur op zijn hoogst in het zuiden om aan het einde van de dag in het westen onder te gaan. Gevolg is dat de hellingen tussen noordoost over noord naat noordwest beduidend minder zon krijgen. De invloed van de zonDirecte instraling van de zon beinvloedt in grote mate de temperatuur in het sneeuwdek, welke een belangrijke rol speelt in de vorming van een stabiel sneeuwdek. Warmere temperaturen verstevigen in de regel het sneeuwdelk omdat de verschillende sneeuwlagen dan makkelijker met elkaar binden. Aan de andere kant zorgen koude temperaturen ervoor dat (de toplaag) van het sneeuwdek langer vers en poederig blijft, maar dat zwakke sneeuwlagen dieper in het sneeuwdek lange tijd voor een instabiel sneeuwdek kunnen zorgen. Klik hier voor meer info. Noord- vs. zuidhellingenNoordhellingen kennen (zeker hartje winter) geen directe instraling van de zon. Hierdoor blijft het er kouder, de sneeuw lossen en poederige, maar blijven zwakke lagen dieper in het sneeuwdek present omdat ze door de kou niet kunnen binden met andere lagen. Noordhellingen, of beter schaduwhellingen worden daardoor gemiddeld gezien langer geplaagd door een verhoogd lawinegevaar dan hellingen waar de zon direct kan instralen. Aan de andere kant zijn zonhellingen in het veel warmere voorjaar gevoelig voor natte sneeuwlawines omdat de temperatuur in het sneeuwdek te hard stijgt, terwijl de sneeuw op noordhellingen dan nog lang poederig blijven. waarvan de helling afdaalt in de richting van het noorden. Ofwel, staande op een piek met de zon op het middaguur op je rug liggen de noordhellingen direct aan je voeten en lager. Tips voor het gebruikMet onze expositiekaart zie je in één oogopslag welk deel van het skigebied oost, noord, west of zuid is. Het helpt je niet alleen bij het vinden van goede sneeuw, maar in combinatie met het actuele lawinebericht is het de tool om de veilige(re) delen op de berg in beeld te krijgen voordat je de berg op gaat. Onze expositiekaarten zijn berekend met behulp van zeer fijnmazige digitale terrein modellen. Ze zijn daardoor slechts een representatie van de werkelijkheid. Hoe goed de resoluties vaak zijn, er kunnen toch fouten insluipen. Om die reden wijzen wij dan ook iedere vorm van aansprakelijkheid bij voorbaat af. Onze kaarten zijn een hulp in het leven van en freerider. Het mooie van freeriden is de vrijheid, maar dat betekent ook dat jij je verantwoordelijkheid moet nemen en beslissingen in het terrein zorgvuldig zult moeten afwegen. |
|
---|---|
Noorden | 0% |
Oosten | 14% |
Zuiden | 77% |
Westen | 9% |