De Franse Noordalpen en Franse Zuidalpen, termen die ik vaak gebruik in mijn sneeuwbericht. Maar wat precies zijn de Franse Noord- en Zuidalpen? Waarom het onderscheid?
De Franse Noordalpen
Met de Franse Noordalpen bedoelen we de bergen in de Haute Savoie, de Savoie, de Isère en het mytische gebied La Grave. Een regio met grote valleien (Grésivaudan, Maurienne, Tarentaise, Vallée de l’Arve) en redelijk wat grote steden (Grenoble, Chambéry, Annecy, Annemasse, Albertville, Cluses, Saint-Jean-de-Maurienne, Bourg-Saint-Maurice, Chamonix-Mont-Blanc).
Hier vind je hele grote en vaak aaneengesloten skigebieden zoals bijvoorbeeld Les 3 Vallées, Portes du Soleil, Espace Killy, Paradiski, Chamonix Mont Blanc, Alpe d’huez en Les 2 Alpes. Maar ook wat kleinere en traditionelere skigebieden zoals bijvoorbeeld La Sambuy of Bonneval sur Arc.
De meeste sneeuw voor de Noordalpen komt uit het westen of het noordwesten. Sneeuw uit zuidwest zorgt er vaak voor föhn of regen met een hoge sneeuwgrens. Sneeuw uit west tot westnoordwest bereikt de gehele regio, maar sneeuw uit noordwest tot noord komt maar met moeite tot aan de Haute Maurienne en La Grave. Daarentegen profiteren de Haute Maurienne en het oostelijk deel van Val d’Isère vaak van een retour d’est. Vooral de hogere delen van Valfréjus en Val Cenis staan hier bekend om.
De vaak wat lager gelegen skigebieden in het westen van deze regio liggen in wat we noemen de vooralpen. Het seizoen begint hier vaak wat later en eindigt ook wat vroeger omdat de warmere luchtmassa’s vanuit de Atlantische oceaan hier mee vrij spel hebben. Ga je dieper de Alpen in dan worden de toppen hoger, de valleien nauwer en het terrein ruiger. Zeker als eenmaal de koude lucht is ingezakt in de hoger valleien van de Haute Maurienne, Haute Tarentaise, maar ook de vallei van Chamonix dan wordt het er gevoelig kouder. De koude lucht zorgt voor micro klimaatjes die hartje winter het verschil kunnen zijn tussen regen of sneeuw.
Bekende sneeuwmagneten in de Franse Noordalpen bij een west tot noordwestelijke stroming zijn Flaine, La Rosière en Vallorcine.
De grens tussen noord en zuid
Bij een westnoordwestelijke stroming is de scheiding tussen Noord en Zuid goed te zien op de kaarten. Wolken en sneeuw komen in de regel niet zuidelijker dan de lijn Zuid-Vercors - col de la Croix-Haute - de zuidelijke toppen van de Dévoluy, de col Bayard - de zuidelijke toppen van de Ecrins - Col du Lauteret - Mont Thabor -Bonneval sur Arc. Dat ziet er dan ongeveer als volgt uit.
De scheiding tussen Noord en Zuid is goed te zien. De noordalpen in de wolken en verse sneeuw, de Zuidalpen droog en zonnig. Het noordwesten van de Hautes Alpes wil dan nog wel wat oppikken, maar zuidelijker en oostelijker is het dan droog.
De Franse Zuidalpen
Met de Franse Zuidalpen bedoelen we de bergen in de Hautes Alpes, de Alpes-de-haute-Provence, en de Alpes Maretimes. Een dunbevolkte zonnige regio met een vleugje Mediteranee. De grootste stad is Gap met 44.000 inwoners. De hoogstgelegen stad is Briancon met 12.000 inwoners. In de Franse zuidalpen vind je best wel wat bekende skigebieden zoals Serre Chevalier, Montgenevre, Vars-Risoul, Praloup en Isola 2000. Maar ook relatief onbekende kleine pareltjes zoals Saint Véran, Abriès, Pelvoux of Crévoux.
De meeste sneeuw voor de Zuidalpen komt uit het westen of het zuidwesten. Een stroming uit noordwest tot noord zorgt er vaak voor een koude noordelijke wind. Sneeuw uit west tot zuidwest bereikt de gehele regio, maar sneeuw uit west komt soms maar met moeite tot aan de meest oostelijke gebieden van de Queyras. Daarentegen profiteren de gebieden in het oosten bijna altijd van een retour d’est. Vooral Saint Véran, Abries en Isola 2000 staan hier bekend om.
Deze gebieden krijgen minder stormen te verwerken, maar als er eenmaal een storm passeert dan brengt deze direct ook veel sneeuw. In deze regio kan met name in de gebieden dieper in de Alpen de overgang van een mooie (na)zomer naar de winter abrupt zijn. Als in november de eerste winterstormen passeren en koude lucht zich in de smalle valleien kan nestelen is het gedaan met de zomer. Daarentegen duurt het seizoen er lang en wil het in de lente wel even duren voordat de zomerse waarden weer bereikt zijn.
Ze mogen dan minder stormen te verwerken krijgen, de droge lucht conserveert de sneeuw erg goed zodat deze lang vers blijft. Een ander pluspunt van de zuidalpen zijn de vele lariksbossen. Veel hellingen staan tot een hoogte van 2200-2400 meter vol met deze naaldverliezende boom die ideaal is voor de betere treeruns.
Reacties
Goede info, thanks!
Good to know! Thanks!
Aha! Nooit geweten dat het zo in elkaar zat. Bedankt! Geeft veel inzicht.
@@Niels @@wouternoerens @@nzwarts Dank! Toevallig nog van dit type vragen? Dan ga ik er mee aan de slag.
@@meteomorris in het kader van dit topic http://wepowder.com/nl/forum/topic/251416 ben ik wel benieuwd wat jij als goede uitvalsbasis beschouwt van waaruit je depressies uit meerdere richtingen mee kunt pakken binnen redelijke afstand, met in het ideale geval een paar liften met bomen nabij voor de dagen dat het dumpt. Bijvoorbeeld dus op de grens van de Franse Noordalpen en Zuidalpen, maar ook in CH en AU. Uiteraard is powderchasen en flexibliteit altijd beter dan een vaste stek om altijd met de neus in de boter te vallen, maar een vaste stek heeft ook zijn voordelen.
Waar zou je Courmayeur onder zetten? Je hebt in de weerberichten weinig over Zuidwest Italie… telt Courmayeur mee bij de Franse Zuidalpen?
“Sneeuw uit west tot zuidwest bereikt de gehele regio, maar sneeuw uit west komt soms maar met moeite tot aan de meest oostelijke “
Duidelijk is een van die twee een foutje, welke?