Het is een druilerige woensdagmiddag als het vliegtuig de landingsbaan van Longyearbyen raakt. Het afgelopen uur heb ik een beetje uit het raam zitten staren. Ik probeer me voor te stellen hoe deze trip gaat worden. Met een groep enthousiaste tourskiërs vanaf het zeilschip de Meander de fjorden van Spitsbergen in, de vellen om en gaan! Vanaf Tromsø is het nog ongeveer een uurtje vliegen naar Spitsbergen en gevoelsmatig lijkt het alsof we een andere wereld betreden. We laten het vasteland van Europa achter ons en landen op de 78e breedtegraad. En ja, dat voelt als het einde van de wereld.
Heb je na het lezen van dit verhaal zoiets van: ‘holy shit, dit wil ik ook!’ (en dat kunnen we ons voorstellen), neem dan een kijkje op de website van onze vrienden van Epique.
Kolenmijnen
Spitsbergen (of eigenlijk Svalbard zoals het tegenwoordig heet) is ongeveer twee keer zo groot als Nederland. Er wonen wel iets minder mensen. Zo’n drieduizend, waarvan de meeste wonen in Longyearbyen. Zelf had ik wat moeite met de juiste uitspraak, totdat ik er achter kwam dat de nederzetting aan het begin van de 20e eeuw gesticht was door de Amerikaanse ondernemer J.M. Longyear, die hier kolen kwam mijnen. En in het Noors werd dat dus Longyearbyen. Spitsbergen staat onder beheer van de Noren, en in Longyearbyen zetelt de gouverneur en vind je hotels, een grote supermarkt, een sportcentrum en wat kleinschalige industrie en touristenshops. De eerste twee dagen is het acclimatiseren en een beetje wennen aan het feit dat het in deze tijd van het jaar (we zijn hier begin/midden mei) altijd licht is. De midzomernachtzon schijnt in dit deel van de wereld al vanaf half april. Er is niet veel te doen in Longyearbyen. Ik maak een wandeling door het dorp en zie de restanten van een van de kolenmijnen. Er wonen dus ongeveer 3000 mensen op Spitsbergen, maar er leven net zoveel ijsberen. En dus is het verboden om zonder gids (met rifle en flaregun) de nederzetting te verlaten. Net een tikje anders dan de Alpen dus.
Popski en ik ontmoeten de groep met wie we komende week op pad gaan de avond voordat we de Meander op gaan. Iedereen heeft er zin in, maar weet ook niet precies wat er verwacht kan worden. Tailguide en Spitsbergen-expert Jaap (en ook nog long-time wePowderaar) probeert ons al een beetje voor te bereiden. Maar… landen doet het nog niet echt. Het zal een beetje zo zijn wanneer je dit verhaal leest. Het zal ongetwijfeld iets aanwakkeren, een bepaald gevoel overbrengen, maar het is niets in vergelijking wanneer je het ‘in het echt’ beleefd. Op pad dus! De Meander is een schip dat net na de oorlog is gebouwd en heeft al de hele wereld gezien (van noordpool tot zuidpool). Ik heb weinig ervaring met zeilen, maar de meeste van de tweepersoonshutten beschikken zelfs over een eigen toilet en douche. Zo back to basic is dat zeilen dus niet.
Wanneer we Adventfjorden uitvaren krijgen we de noodzakelijke safetytraining voor aan boord. Overlevingspakken (want het water is min één), gedrag aan boord, dat soort zaken. En we hebben het meteen nodig, want het stormt in het grote Isfjord en met golven van meer dan 3,5 meter wil kapitein Mario graag dat we onze (en waarschijnlijk ook de Meander zelf) lunch binnenhouden en dus gaan we voor anker in een kleine baai in de buurt van Longyearbyen. Plannen maken gebeurt hier op basis van het weer en de zee. Wat is er mogelijk? Hoeveel ijs ligt er in zee? Wat doet de wind? En dus maken gidsen Romain en Michel soms wel een paar uur per dag een plan samen met Mario waar we de volgende dag gaan skiën. Soms betekent dat doorvaren tot vier uur ‘s nachts. Het vraagt veel flexibiliteit van de bemanning, maar ze doen het alsof het de normaalste zaak van de wereld is.
Sneeuw en bergen op Spitsbergen
Dan nu eindelijk het deel waar je misschien wel het meest op zit te wachten. Want hoe is de sneeuw op Spitsbergen? En hoe zijn de bergen? Okay, je gaat niet naar Spitsbergen om diepe poeder te scoren. Er valt relatief weinig sneeuw en aangezien alles wat je skiet direct aan zee ligt heeft de wind vrij spel. Weinig sneeuw en veel wind. Niet direct de ingrediënten waar je warm voor draait waarschijnlijk. Er ligt natuurlijk wel meer dan voldoende sneeuw in Spitsbergen. Het is er koud (en de hele winter donker) en er liggen veel gigantische gletsjers. Sommigen wat actiever dan anderen. Mei is de beste maand om Spitsbergen op de ski’s (of splitboard) te verkennen. Dat heeft twee redenen. In de maand mei is de zee rond Spitsbergen goed bevaarbaar én in deze maand ligt er meer dan genoeg sneeuw om te kunnen skiën. Voor mei naar Spitsbergen afreizen om er te gaan skiën heeft niet zoveel zin. De bergen zijn ongeveer 1000 meter hoog (met uitschieters naar de 1600 meter), dus qua hoogtemeters zit het wel goed. Er groeit op heel Spitsbergen geen enkele boom, dus treeruns zijn geen optie. Een beetje zicht is dus wel fijn tijdens het vellen of afdalen. Voordeel is dat het dus de hele dag licht is en je daar een beetje je dag op kunt aanpassen. Zo zijn wij bijvoorbeeld een dag pas om een uurtje of 16.00 de berg op gegaan.
Rendier of ijsbeer?
‘s Ochtends om een uurtje of 9.00 trekt iedereen z’n skischoenen aan en worden we met zodiac richting het strand gebracht. We leggen aan op het strand en binden de vellen om. De gidsen leggen nog een keer uit wat de gevaren van Spitsbergen zijn. Naast de standaard alpiene gevaren zoals gletsjerspleten, valgevaar en lawines, komt het gevaar van ijsberen om de hoek kijken. IJsberen houden van zeehonden en dus is het risico om een ijsbeer bij de kust te zien het grootst. Er wordt vanaf de Meander al gespot en daar wordt eigenlijk de hele dag niet mee gestopt. Gelukkig hebben we tijdens onze trip geen ijsbeer gezien en is het bij de sporen gebleven. Toch blijft het iedere keer spannend wanneer we wat in de verte zien bewegen. Is het een rendier of toch…?
We lopen op het gemak ongeveer 700 hoogtemeters naar boven. Het waait hard, het is bewolkt en de sneeuw voelt aan als beton. De uitzichten en de eerste ervaring van het touren op Spitsbergen maakt een hoop goed, maar ‘s avonds bij het diner zijn we het er allemaal over eens dat dit niet de ultieme ervaring is. Gelukkig hadden Jaap en gidsen Romain en Michel gehoord dat de sneeuw in het noordelijke deel van Spitsbergen beter is en dus zet Mario koers naar het noorden. We varen langs de kleine Russische nederzetting Barentzburg en zeilen de Forlandsundet in. Hier varen we urenlang door het drijfijs. De uitzichten vanaf de berg zijn al bizar, maar om dit een keer mee te maken laat zich moeilijk in woorden omschrijven.
Des te noordelijker we komen, des te beter wordt de sneeuw. Sterker nog, het begint onderweg zelfs te sneeuwen en zo stappen we iets ten noorden van Ny-Ålesund met een vers laagje sneeuw van zo’n tien centimeter het strand op. Met een werkelijk majestueuze gletsjer die uitkomt in het fjord lopen we langzaam maar zeker naar boven. De meander zien we kleiner en kleiner worden en dan dringt het door hoe nietig je hier eigenlijk bent. We zijn op meer dan 17 uur varen van Longyearbyen en er is hier verder niets dat door de mens gemaakt is. Geen karrespoor, masten, of iets dat duidt op menselijke aanwezigheid. Ook geen bereik. Gewoon niets. Het voelt enerzijds heel machtig en bevoorrecht om je op zo’n locatie te mogen begeven, anderzijds voelt het kwetsbaar. Er moet niet veel misgaan met het touren. Het ziekenhuis is niet bepaald om de hoek.
We bouwen de ski’s om en maken ons klaar voor de afdaling. Op de harde laag is precies genoeg sneeuw gevallen. De eerste twee bochten is het prijs: faceshots!! Veel beter kan het op Spitsbergen niet worden. ‘s Avonds op het schip heeft kok Hans weer een topmaaltijd op tafel gezet. Eerst een snack als we terugkomen op de Meander en daarna een driegangen maaltijd. Inwendig kom je niets te kort. De avonden bestaan verder uit goede gesprekken, wat lezen, een spelletje of rond het dek hangen om te genieten van de grote leegte. Om een uurtje of 22.30 word je dan toch een beetje moe en moet je jezelf dwingen om naar bed te gaan. De natuur helpt je hierin niet. En dus is het de ramen minitieus afdekken om het zonlicht buiten te houden.
Voor anker
De sneeuw is het beste rondom Ny-Ålesund en dus gaan we hier voor anker. In deze voormalige nederzetting voor mijnwerkers aan het Kongsfjord wonen en werken nu zo’n 30 wetenschappers. Er is hier bereik (wat ergens ook wel jammer is), maar je moet je bluetooth en wifi van je telefoon uitzetten om de gevoelige meetapparatuur van de wetenschappers niet te verstoren. We sturen een kaart vanuit het meest noordelijke postkantoor ter wereld en bekijken de startplaats van de zeppelin van Roald Amundsen, die ook nog een buste in het dorpje heeft staan. Vooral voor de crew is het relaxt. We liggen in de kleine haven en dus hoeft er niemand ‘s nachts op wacht te staan wanneer we naar het volgende fjord varen.
Vanuit Ny-Ålesund toeren we twee dagen door de omliggende bergen. We skiën mooie bowls, maken nog een hike naar een wat steiler couloir en genieten vooral van het uitzicht over de fjorden en de gletsjers. Er worden ongeveer 1000 hoogtemeters per dag geskied. Dat is natuurlijk niet veel, maar het is meer dan voldoende om volop te genieten. Daarnaast heeft Mario nog een extra activiteit in petto. We varen in de zodiac langs de kust op zoek naar ijsgrotten en verborgen strandjes. Stiekem toch wel een leuke afwisseling.
Op de laatste dag gaan we voor anker aan een gigantische ijsplaat die aan de voet van een gletsjer ligt. Via de boegspriet gaan we met een touwladder het ijs op. Het is ongeveer 2,5 kilometer lopen naar het vasteland. Onderweg zien we sporen van ijsberen en ademgaten van zeehonden. Dan begint de toer naar boven en hoewel we slechts 600 hoogtemeters stijgen leggen we veel kilometers af. We binden de crampons onder voor het laatste stuk en dalen aan de andere kant van de berg af richting de Meander. Inmiddels is deze om de berg heen gevaren en ligt voor een andere ijsplaat voor anker. Mario heeft uitgepakt. Er staan biertjes klaar en de zodiac ligt in het water. We proosten op een succesvolle trip die we ons hele leven niet meer zullen vergeten. Met een gigantische gletsjer op de achtergrond, staand op een ijsplaat in de middle of nowhere, terwijl er klassieke jazzmuziek uit de speakers komt: veel beter gaat het niet worden. Of toch, want er mag van Mario ook nog even gezwommen worden. Het zeewater is onder nul, maar hoe vaak heb je de kans om zo noordelijk de zee in te springen? Precies. En dus springen we de zee in.
Spitsbergen is een waanzinnige ervaring. Het is in niets vergelijkbaar met de Alpen en ook moeilijk om het in woorden over te brengen. Ook de video’s die Philippe heeft gemaakt doen eigenlijk geen recht aan de schoonheid van het landschap. In het echt is het nog veel mooier. Tourskiën of splitboarden vanaf een zeilschip is in mijn ogen ook de meest duurzame manier om dit deel van de wereld te ontdekken. Soms kwamen we wel eens een cruiseschip tegen, die met honderden mensen aan boord ook een rondje Spitsbergen deden. Uiteraard heeft ook onze reis een footprint (je moet er natuurlijk heen vliegen), maar lokaal is de impact met het zeilschip minimaal.
Het voelde gek om na een week slapen op het schip weer terug in de bewoonde wereld te zijn. Vrijwel iedereen had ook last van ‘landziekte’, omdat je lichaam zich blijkbaar toch relatief snel aanpast aan het bewegen van het schip. Gelukkig was die landziekte na een dag wel weer verdwenen. De herinneringen aan Spitsbergen niet. Wat een bizarre omgeving en een fantastische ervaring! Ben je fit, heb je voldoende tourski ervaring en wil je het einde van de wereld ontdekken? Dan ga je van een reis naar Spitsbergen geen spijt krijgen!
En voor wie er niet genoeg van kan krijgen, nog meer beelden uit Spitsbergen:
En nogmaals, heb je na het lezen van dit verhaal zoiets van: ‘holy shit, dit wil ik ook!’ (en dat kunnen we ons voorstellen), neem dan een kijkje op de website van onze vrienden van Epique.
Réactions
Ziet er erg mooi uit. Prachtig landschap. Maar ik ga zo’n dure trip niet maken om op zo’n hardpack met veel wind te skien. Dat kan overal. Dat heeft weinig met “powder” te maken.
Ok Joop
Zoals jullie weten, ben ik in de poeder al het één en ander gewend, maar heb net zoals Arjen het beschrijft zo hard genoten van deze Spitzbergen ski/sail trip. De intense totaalervaring is inderdaad moeilijk te omschrijven en in beelden te vatten, maar blijft je ongetwijfeld voor de rest van je dagen bij.
Joop zijn mening, dat het weinig met powder te maken heeft, komt niet overeen met het gevoel dat ik als deelnemer en echte poederfanaat heb ervaren. Beetje jammer om dat als eerste commentaar te moeten lezen.
Diepe poeder moet je er inderdaad niet verwachten, maar met zo’n 10cm op maagdelijke hellingen hebben we echt lekker kunnen knallen. Door een meter vers snorkelen of door een halve meter poeder knallen is natuurlijk geweldig, maar met minder blijft het nog steeds leuk poederen (en vaak een stuk veiliger). Je zou er zelf moeten bijzijn om erover te kunnen oordelen.
Het was zo’n overweldigende ervaring dat ik graag nog een keer terug zou gaan. Zelfs aan 50% blijft het nog steeds overweldigend.
Mooi verslag!! Zeilen en touren, twee hobbies om prachtig te combineren. T lijkt me heerlijk om in zo’n afgelegen wereld te verblijven!
Maar laat de duurzame noot alsjeblieft achterwege, je hoeft de reis niet te greenwashen.
Prachtig!
Popski, bel dit jaar iets vroeger he :-)
Fijne winter iedereen!
Ziet er erg mooi uit. Prachtig landschap. Maar ik ga zo’n dure trip niet maken om op zo’n hardpack met veel wind te skien. Dat kan overal. Dat heeft weinig met “powder” te maken.
Joop - 15 okt 2024 04:45
Er is toch ook niemand die beweert dat je naar Spitsbergen gaat voor de poeder?
Toerskien gaat toch niet alleen om poeder? Het gaat om de ervaring. Poeder is 1 ervaring, maar firn sneeuw ook. En afgezien van de ondergrond maken nog veel meer dingen onderdeel uit van de ervaring. Omgeving, natuur, cultuur, mensen, uitdaging, enzovoorts enzovoorts. Als je alleen voor perfecte sneeuw op pad gaat zul je vaak teleurgesteld worden,
Een gids met ruime ervaring vertelde het zo aan mij toen ik vroeg waarom je naar Spitsbergen zou gaan:
“Als je al op de geijkte plaatsen(Alpen/Noord Amerika) hebt geskied, en je wilt eens heel wat anders beleven. Inderdaad niet voor de sneeuw (alhoewel dat altijd mee kan vallen).”