In lawineberichten en bij de analyse van lawines kom je wel eens het begrip Altschnee tegen. Maar wat bedoelen ze daarmee precies?
Bij Altschnee problemen hebben we het over het probleem van oude sneeuw dieper in het sneeuwdek. Met oude sneeuw bedoelen we hiermee sneeuw die om wat voor reden dan ook niet beinvloed is geweest door neerslag, wind of smeltprocessen. Het gaat daan bijvoorbeeld om ongebonden sneeuw die ingekapseld is geweest tussen smeltlagen zodat de omgeving bijna geen vat heeft op deze sneeuwlaag. Deze oude sneeuw vinden we in de regel vaak hoger in het gebergte en op de schaduwrijke delen van de berg.
Zelfs op vlakke hellingen kan de extra druk op een sneeuwarm stuk voldoende zijn om een breuk in het sneeuwdek te veroorzaken. Omdat deze breuk zich in de zeer zwakke oude sneeuwlaag over honderden meters kan voortplanten bestaat het gevaar dat er op afstand in de regel middelgrote tot grote lawines veroorzaakt kunnen worden. Omdat de zwakke oude sneeuwlaag ingekapseld zit en bijna los staat van de invloed van wind, neerslag of smeltprocessen is oude sneeuw een langdurig probleem waar zelfs experts mee worstelen. In de lawinestatistieken zien we op de momenten dat oude sneeuw als een probleem genoemdt wordt in de lawineberichten dan ook regelmatig goed opgeleide mensen opduiken.
TIP: lees ook het artikel ‘Hoe ontstaat een lawine’
Hoe ermee om te gaan?
Oude sneeuw problemen zijn moeilijk in te schatten, daarom wat tips:
- kies voor conservatieve routes en rijdt defensief
- houdt voldoende afstand aan en daal bij hellingen steiler dan 30 graden 1 voor 1 af
- vermijdt sneeuwarme plekken
- vermijdt vooral de overgang van dik naar dun en van dun naar dik sneeuwdek
Wees alert op waarschuwingen in het lawinebericht
In het lawinebericht vind je in de Alpen bij iedere regio een (korte) beschrijving van de opbouw van het sneeuwdek. Wordt er melding gemaakt van Altschnee/Neige ancienne/Neve vecchia/Old Snow wees dan alert. Ook kun je begrippen tegenkomen als Schwimmschnee, givre de profondeur (ou neige gobelet) of depth hoar.
Waar in de Alpen en waar op de berg doet dit probleem zich voor?
- het probleem doet zich zelden voor, maar als er lawine komt is deze vaak relatief groot meist relativ selten, Lawinen können aber mittlere Grösse erreichen
- bij de sneeuwarme delen op de berg. Denk aan de overgang van graat naar kom of in hellingen vol met rotsen
- op noordhellingen (alles van Noordwest tot Noordoost) en schaduwrijke delen van de berg
- vooral in zogenaamde inneralpine gebieden
Hoe kun je het probleem zelf herkennen?
Het is voornamelijk een onzichtbaar probleem. Je herkent het probleem door:
- Sneeuwprofielen te graven en stabiliteitstesten uit te voeren
- Maar ook door het zogenaamde Whoem geluid
Welk lawinegevaar?
Vaak geldt er lawinegevaar 2, soms 3.
Hoe lang kan het probleem zich voordoen?
Het probleem kan zich dagen, weken en soms zelfs een complete winter voordoen. De beste remedie tegen het oude sneeuw probleem is heel veel verse sneeuw er boven op. Het probleem ligt dan letterlijk te diep in het sneeuwdek om nog geraakt te worden.
Hoe ermee om te gaan?
Waarschuwt een lawinebericht voor oude sneeuwproblemen dan is het aan te bevelen zeer conservatieve routes te kiezen en defensief te rijden. Wees daarbij vooral heel erg voorzichtig op de plekken waar het sneeuwdek dun is, danwel de overgangsplekken van weinig sneeuw naar veel sneeuw.
Altschnee is kortom een lastig en onzichtbaar probleem, maar het is ook een probleem dat zich lang niet altijd voordoet. Het lawinebericht is een belangrijke indicator voor het probleem omdat de lawinediensten er alles aan doen om tijdens het seizoen je zo goed mogelijk hierover voor te lichten. Lastiger wordt het voor de start van het seizoen (en bij een persistent probleem ook aan het einde van het seizoen) omdat de lawinediensten dan nog aan het opstarten zijn, de dataverzameling nog niet helemaal compleet is en lawineberichten nog niet dekkend zijn.
SnoWvember op wePowder (30% korting op de Academy)
Was je bovenstaande vergeten? Of is dit nieuw voor je? Scherp je backcountry skills dan bij door in te loggen op de de wePowder Academy. Nog geen lid? Deze maand krijg je 30% korting met onderstaande code. Je kunt dat direct starten en krijgt het bijbehorende Academy boek dan zo snel mogelijk thuis gestuurd.
Reacties
Helder dankjewel
Mooi uitgelegd!
Interessant; vooral alinea 3, met het oog op het ongeluk in Oostenrijk.
Deze zin behoeft wat aandacht:
“het probleem doet zich zelden voor, maar als er lawine komt is deze vaak relatief groot meist relativ selten, Lawinen können aber mittlere Grösse erreichen”
Doet dit probleem zich zelden voor? 2 jaar terug hadden we hier toch weken, zo niet een heel seizoen last van …
@@dejongarno dit probleem zorgt in de regel voor minder ongelukken dan bijvoorbeeld treibschnee. 2 winters terug hadden we een vroeg winterse episode die in de noordalpen voor veel schwimmschnee zorgde. Deze oude sneeuwlaag zorgde na een langdurige periode van droogte in november en december vanaf de eerste sneeuwvallen rond de kerstdagen en begin januari voor veel problemen. Pas met de intense sneeuwvallen later in feburari heeft het probleem zich niet zoveel meer voorgedaan in jullie regio. Zie ook: http://www.slf.ch/schneeinfo/wochenbericht/2014-15/index_DE en http://wepowder.nl/forum/topic/211496
@@Morris, 2 vragen
Moet ik het mij voorstellen als een plaat bros ijs tussen sneeuwlagen die net als ijs op water over grote afstanden kan scheuren bij toedienen van druk?
Denk je dat de opwarming van de aarde de kans op dit soort lawines vergroot? Volgens mij zijn namelijk de temperatuurverschillen tegenwoordig veel groter dan vroeger waardoor dit soort lagen vaker ontstaan.
@@meteomorris Waarom hebben ze het in het lawinebericht soms over een altschnee probleem specifiek "an glatten Hängen ".
Is er een reden dat daar eerder rijp ontstaat? Of blijft de eerste sneeuwval juist alleen op die plekken aaneen gesloten liggen omdat het vlak en glad is? Of is het gewoon puur de vorm van het terrein waardoor het eerder gaat glijden. Ik heb het ook wel eens omschreven gezien als “an glatten Hängen und Gletschers”.
@@ieism, het altschneedek dat het probleem vormt is nogal dun en daardoor enkel op ‘gladde’ hellingen een probleem. Bij hellingen me meer reliëf in de vorm van rotsjes en rotsen dienen deze vormen als ankers omdat ze nog niet diep genoeg ingesneeuwd zijn.
@@Nordstau, vraag 1 is helemaal correct.
Vraag 2, nee. Altschnee is een probleem indien ze ongebondensneeuwlaag is. Altschnee is daarmee bijvoorbeeld een oude en ingesneeuwde laag oppervlakterijp, maar kan ook in de tijd ontstaan als zijnde diepterijp.
Daarbij is vooral de lokale temperatuur van belang. Oppervlakterijp ontstaat tijdens heldere nachten (zoals nu dus in de Alpen) en dan met name op schaduwrijke delen van de berg.
Diepterijp is het gevolg van grote verschillen in de temperatuur. Ofwel de zogenaamde temperatuurgradiënt en is niet direct verbonden aan de opwarming van de aarde. Het is een lokaal probleem waarbij de dikte van het sneeuwdek bepalend is. Bekerkristallen kunnen zich vormen wanneer er een temperatuurgradiënt is van 25 graden per meter sneeuwdek. Ofwel een temperatuurverschil van 25 graden per meter. Is dat veel?
Ja en nee. Ja, want stel het is hartje winter en het sneeuwdek drie meter. Dan heb je een temperatuur van minus 75 graden Celsius nodig om dit proces in gang te zetten. En hoewel het koud kan worden in de bergen wordt het nooit minus 75 graden.
Maar de afstand van drie meter is een hypothetische. Het sneeuwdek is niet overal even dik en er zijn winters met meer en winters met minder sneeuw. Daarnaast zijn er kleine en grote dumps. Een laag van twintig centimeter heeft dan maar een temperatuurverschil nodig van vijf graden.
Lees vooral ook even de paragraaf ‘Verandering in het sneeuwdek’ uit module 2 van de wePowder Academy (http://wepowder.nl/academy/paragraph/133)
Duidelijk, thanks!