5 november trok een perfecte storm de Alpen in. Deze storm met de naam Karl zorgde voor een pak(je) sneeuw in zo’n beetje de gehele Alpen. Iets wat redelijk uniek is. In dit artikel een terugblik op storm Karl.
Een redelijk unieke storm
De Alpen hebben een bijzondere vorm. Heel veel gebergtes verlopen in een redelijke rechte lijn. Zo zijn de Pyreneeën een gebergte welke in een rechte lijn van west naar oost verloopt terwijl de Rocky Mountains, de Andes en de Japanse Alpen juist in een redelijk rechte lijn van noord naar zuid gaan. De Alpen niet. Daar zie je zowel een noord naar zuid als een west naar oost lijn in terug.
Omdat stormen meestal uit één richting komen sneeuwt het in de regel aan de ene kant van het gebergte wel (stau), terwijl het aan de andere kant van het gebergte föhnt. Zo zorgt een Nordstau voor veel sneeuw aan de noordkant van de Alpen, terwijl het aan de Italiaanse kant dan vaak droog is. Hetzelfde geldt voor een retour d’est waarbij het in de Italiaanse Piemonte gruwelijk kan sneeuwen terwijl het in Frankrijk dan droog, vaak winderig en zonnig is. Maar Karl was redelijk uniek omdat er in de gehele Alpen een pakje sneeuw werd gedropt.
Onze sneeuwkaarten toonden veel sneeuw en in werkelijkheid viel er ook veel sneeuw. Grote uitzondering waren de Franse Zuidalpen waar de storm met teveel warmte arriveerde snel weer verder trok.
Het bijzondere aan storm Karl
Karl was bij aanvang eigenlijk helemaal niet zo bijzonder. Het was een lome ietwat lompe stormdepressie die vanuit het westen Potugal en Spanje binnentrok. Vanuit het zuiden zoog Karl warmere lucht aan en vanuit het noorden toen nog milde Atlantische lucht. (plaatje 1 hieronder). Omdat Karl op de hielen wordt gezeten door hogedruk op de oceaan wordt hij naar het oosten gedrukt. Eenmaal boven Spanje blijkt Karl de sleutels te hebben om de deur open te zetten voor koude lucht uit het noorden. Een flinke stormdepressie ter hoogte van IJsland stuurt koude lucht naar het zuiden. Tegelijkertijd trekt Karl dan de Middellandse Zee in en zet daarmee de deur open voor de koude lucht. (plaatje 2 en 3). Als Karl dan koude lucht uit het noorden kan opzuigen en tegelijkertijd gevoed wordt door warme lucht uit het zuiden en vocht uit de Middellandse Zee is een Genua storm depressie geboren (plaatje 4.)
De sneeuw valt in een aantal stappen in de gehele Alpen:
- Karl passeert daarbij eerst de Franse Zuidalpen. Een front met relatief warme lucht passeert in de nacht van zaterdag naar zondag de Franse zuidalpen en brengt daar een tien- tot twintigtal centimeter verse sneeuw boven de 2100 meter. Tegelijkertijd begint het op zondagochtend aan de zuidkant van de Alpen te sneeuwen.
- Met het naar het oosten trekken kan de koude lucht de Franse Noordalpen inzakken en begint het te sneeuwen in de Franse Noordalpen.
- De Alpen komen in een soort van sneeuwsandwich terecht. Vanuit de zuidkant van de Alpen wordt warme lucht tegen de Alpen aangedrukt en daar sneeuwt het intens. Tegelijkertijd draait de wind aan de noordkant van de Alpen naar noord tot noordoost waarmee de bewolking klem komt te zitten. In de nacht naar maandag sneeuwt de boel dan helemaal leeg op de grens tussen Italie en Oostenrijk met een opzienbarende 100 cm verse sneeuw op de Stubaier gletsjer in nog geen 24 uur.
Op dat moment hebben de complete Alpen al sneeuw gezien. Op een grote uitzondering na. De Italiaanse Piemonte profiteert in de regel nooit van een dergelijke sneeuwsandwich. Dat komt omdat stormen geneigd zijn om van west naar oost te trekken. Maar omdat Karl ingeklemd raakt tussen hogedruk in het westen en boven Rusland kan de storm geen kant op. Karl komt stationair te liggen en er ontstaat een oostelijke stroming.
- Et voila. De retour d’est is daar. Het sneeuwt tussen maandag 6 en vrijdag 9 november tot een meter vers in de Piemonte. Waarmee Karl zich onsterfelijk maakt. De storm brengt sneeuw naar de gehele Alpen.
Basis voor de rest van het seizoen
De storm cyclus Karl bracht tussen 4 en 9 november gemiddeld 20-60 cm verse sneeuw boven de 2000 meter met uitschieters richting 1 meter. Hiermee is boven de boomgrens de basis voor het gehele seizoen gelegd in grote delen van de Alpen. Zeker in de Noordalpen waar in het weekend van 10-13 november er nog eens een pak sneeuw valt.
Van föhn naar stau in enkele minuten
De perfecte storm, waarbij de 100 cm verse sneeuw in het hooggebergte van Oostenrijk extra aandacht verdient. Onderstaand de meetgegevens van een meetstation in de buurt van de Stubaier gletsjer. De rode pijl is belangrijk. Achtereenvolgens zie je van boven naar beneden de dikte van het sneeuwdek, de luchttemperatuur, de windsnelheid en de windrichting. In de loop van zondagmiddag/avond 6 november (de rode pijl) valt plotsklaps de wind weg, deze draait dan van zuid naar noord, de temperatuur daalt een goede 10 graden en het begint intens te sneeuwen.
Onderstaand een toelichting aan de hand van de luchtdrukkaarten. De noordalpen en dus ook het Oostenrijkse hooggebergte zijn eerst nog in de greep van de zuidföhn. De rode pijl zorgt voor een warme en stormachtige wind. Maar met het binnenstromen van de koude lucht wordt de warmte weggedrukt, valt de wind weg, draait de stroming plotsklaps naar Noord en zelfs Oost (zie de blauwe pijlen) en de bewolking komt klem te zitten. Deze relatief warme lucht bevatte veel vocht, komt vast te zitten en al het vocht wordt er uitgeperst als sneeuw.
De perfecte storm van 5 november 2017 werd hiermee een feit.
Réactions
Leerzaam, thanks!